Stoomcursus theorie

2. Algemene bepalingen

Nu ons gedrag op de weg.
Gedraag je in ieder geval zo dat er geen gevaar ontstaat en dat de rest van het verkeer niet onnodig wordt gehinderd.

Rechts houden
Alle bestuurders moeten zoveel mogelijk, maar wel veilig rechts houden.

Mobiele telefoon
Als bestuurder van een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets, brommobiel of gehandicaptenvoertuig met een motor, mag je geen telefoon in je hand houden. Ook al ben je niet aan het bellen, dan mag je nog niet de telefoon in je hand houden. Handsfree bellen mag natuurlijk wel.

Blinden
Verplicht om blinden voorzien van een blindenstok voor te laten gaan. Dit geldt ook voor andere personen die zich moeilijk voortbewegen. Denk aan rollatorgebruikers.

Alcohol - Het is verboden een voertuig te besturen:
als het alcoholgebruik boven de 0,5 promille alc/ml bloed is of méér dan 220 mcgr/ltr UGL
Beginnende bestuurders (minder dan 5 jaar je rijbewijs)
als alcoholgebruik boven de 0,2 promille alc/ml bloed is of méér dan 88 mcgr/ltr UGL

Direkt rijbewijs inleveren
als alcoholgebruik boven de 1,3 promille alc/ml bloed is of méér dan 570 mcgr/ltr UGL
Beginnende bestuurders
als alcoholgebruik boven de 0,8 promille alc/ml bloed is of méér dan 350 mcgr/ltr UGL

Onnodig geluid
Voor bestuurders van motorvoertuigen verboden. Dus niet spelen met het gaspedaal of onnodig claxonneren (toeteren).

Slepen en gesleept worden
Het is verboden een ander motorvoertuig te slepen als de tussenruimte meer is dan 5 meter.

Uitzicht rondom
Moet goed zijn. Dus geen grote spullen die het zicht belemmeren of bevroren of beslagen ruiten.

Verplichte documenten
Als je met een auto aan het verkeer deelneemt, ben je verplicht om een aantal documenten bij je te hebben. Dit zijn: het rijbewijs B, de verzekeringspapieren, het APK keuringsbewijs, de kentekencard of als het een papieren kentekenbewijs is: Deel 1A en 1B van het kentekenbewijs. Dit mogen geen kopieën zijn en moeten natuurlijk ook geldig zijn.

Zitplaatsen
Passagiers alleen vervoeren op normale zitplaatsen. Uitzondering voor kinderen jonger dan 18 jaar en korter dan 1,35 meter. Op een speciale vaste kinderzitplaats met autogordel.

Autogordels
Voor bestuurder en volwassen passagiers. Ook voor kinderen langer dan 1.35m.
Het schuine gedeelte niet onder de arm, achter de rug of achter de leuning laten lopen..

Kinderen die jonger zijn dan 18 jaar en kleiner dan 1.35m gebruiken een kinderbeveiligingsmiddel zoals een babyautostoeltje, een kinderautostoeltje of een zittingverhoger.
Deze moeten goedgekeurd zijn en voorzien van een ECE-keuringslabel.

Voorairbag
Op een zitplaats met een ingeschakelde voorairbag mag je geen kinderen vervoeren in een zitje dat achterwaarts is geplaatst. Schakel de airbag uit of gebruik een zitje dat in de rijrichting kan worden geplaatst.

Ook zwangere vrouwen moeten de 3-puntsgordel dragen. Het heupgedeelte onder de buik, zo laag mogelijk over het bekken en het schuine gedeelte over de borst.

WA-verzekering
Motorrijtuigen moeten verplicht verzekerd zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid. Deze WA-verzekering vergoedt de schade aan de tegenpartij als jij aansprakelijk bent. Voor de schade aan je eigen voertuig kun je vrijwillig een aanvullende verzekering afsluiten.


Theorie onderdelen

     Inleiding
  1 Begrippen
  2 Algemene bepalingen
  3 Snelheid en afstand
  4 Stilstaan en parkeren
  5 Verlichting
  6 Inhalen
  7 Bijzondere weggedeelten
  8 Kruispunten voorrang en
     afslaan

  9 Voertuigeisen
10 Auto en milieu
11 Verkeerstekens